Elektronisch zakendoen vraagt om gestructureerde informatieuitwisseling tussen verschillende partijen waaronder bedrijven (B), overheid (G) en consumenten (C). De UN/CEFACT Modeling Methodology (UMM) voorziet in procedures en concepten voor het modelleren van alle mogelijke combinaties van collaboratieve bedrijfsprocessen waaronder B2B en G2G.
De UN/CEFACT Modeling Methodology (umm) is een methodologie voor het analyseren, beschrijven en specificeren van inter-organisatorische bedrijfsprocessen en informatieobjecten ten behoeve van elektronisch zakendoen.
Het bijzondere aan de UMM is dat het een incrementele methode is voor het construeren van collaboratieve business proces- en informatiemodellen op een technologie-neutrale en implementatie-onafhankelijke manier. De UMM bedrijfsproces- en informatiemodelleringstechniek is gebaseerd op de Unified Modelling Language (UML) van de Open Management Group (OMG).
Het doel van de UMM is het aanreiken van een methode voor het modelleren van bedrijfsprocessen. De UMM geeft daarmee ondersteuning aan het beschrijven van Open-edi scenario's volgens het Open-edi Reference Model (ISO/IEC 14662) van December 1997. Het resultaat van de UMM is een Business Collaboration Framework tussen twee of meer partijen.
Open-edi Reference Model
Het Open-EDI Reference Model kent twee perspectieven voor het beschrijven van de verschillende aspecten van business transacties:
- Business Operational View (BOV)
- Functional Service View (FSV)
Het BOV concept fungeert als middel om de business aspecten van de gegevensuitwisseling vast te leggen. De BOV beschrijft de gegevensinhoud (semantiek) van de bedrijfsinformatie die schuilgaat in de transacties en aanverwante gegevensuitwisselingen. Het benoemt de spelregels voor het aangaan van bedrijfstransacties waaronder de operationele afspraken, de overeenkomsten en onderlinge verplichtingen.
Het FSV concept betreft het ondersteunen van de technologische eisen van Open-edi. Het FSV concept identificeert en beschrijft de implementatiespecifieke generieke functionele eigenschappen van systemen die nodig zijn voor de uitvoering van Open-edi transacties. Het concentreert zich daarbij op de Informatie Technologie aspecten, in het bijzonder: de vereiste functionele eigenschappen van de diensten; de interfaces tussen de diensten; protocol- en berichtuitwisselingsdiensten.
De UMM richt zich primair op de Business Operational View (BOV) en hanteert vier perspectieven (views).
- Business Domain View (BDV)
- Business Requirements View (BRV)
- Business Transaction View (BTV
- Business Service View (BSV)
Het enige aspect van de Functional Service View (FSV) dat binnen het bereik van de UMM valt is de ontwikkeling van berichtdefinities. Hierover later misschien meer.
Business Domain View (BDV)
De BDV richt zich voornamelijk op het begrijpen van het bedrijfsdomein in kwestie.
De BDV resulteert in een opdeling van de bedrijfsomgeving, binnen een bepaalde bedrijfstak (business domain), naar bedrijfsgebieden (business areas), procesgebieden (process areas) en bedrijfsprocessen (business processes).
Daarnaast worden de verschillende partnertypes (organisaties, organisatieonderdelen, personen) die participeren in een bedrijfsproces vastgelegd in de vorm van belanghebbenden. Tevens worden de relaties (Association) tussen partnertypes en bedrijfsprocessen en de afhankelijkheden (Dependency) tussen een bedrijfsproces en belanghebbenden geïdentificeerd.
De UN/CEFACT Modeling Methodology User Guide adviseert om voor het opstellen van de Business Domain View gebruik te maken van een bestaand referentiemodel voor de betreffende industrietak of branche.
De BPAWG Reference Model of the International Supply Chain is het standaard Business Domain Model voor de UN/CEFACT. Dit referentiemodel wordt opgevolgd door het International Supply Chain Reference Model (ISC Model).
Het belangrijkste doel van de BDV is:
- het begrijpen van de structuur van het bedrijfsdomein
- het begrijpen van de dynamiek binnen het bedrijfsdomein
- het zorgdragen voor een gemeenschappelijk begrippenkader
- het doorgronden van de dagelijkse activiteiten binnen het bedrijfsdomein onafhankelijk van de technische oplossing
- het identificeren van de belanghebbenden bij het bedrijfsdomein
- het zoeken en vinden van de rechtvaardiging voor de Business Domain View
De resultaten van de Business Domain View zijn:
- Business Area's
- Process Area's
- Business Processes
- Business Partner Types
- Associations
- Dependencies
Business Requirements View (BRV)
Het voornaamste doel van de BRV is het identificeren van de collaboratieve bedrijfsprocessen tussen verschillende partners en het beschrijven van de eisen gesteld aan deze bedrijfsprocessen.
De BRV resulteert in een gedetailleerde beschrijving van de bedrijfsprocessen, van de entiteiten en de samenwerkingsverbanden. De eisen die gesteld worden aan een samenwerkingsverband (partnership) worden weergegeven door de vereisten van (dat wat vereist wordt door) transacties en samenwerking.
De resultaten van de Business Requirements View zijn:
- Business Process View
- Business Entity View
- Partnership Requirements View
De Business Process View geeft een overzicht van de werkstromen, informatiestromen en betrokken partnertypes in de vorm van een Business Process Activity Model waarin een partitie (verticale kolom) is opgenomen voor elke partner.
De Business Entity View geeft een overzicht van de bedrijfsdocumenten of objecten, levensduur en stadia waarin deze zich bevinden. Business Entities zijn documenten of objecten die van belang zijn voor twee of meer partnertypes in een bedrijfsproces. Denk hierbij aan offertes of inkooporder in een inkoop/verkoopmodel.
De Partner Requirements View geeft een gedetailleerde beschrijving van de samenwerking en de transacties tussen partner types op het niveau van rollen en verantwoordelijkheden via Use Cases.
Business Transaction View (BTV)
De Business Transaction View is een verdere uitdieping van de Business Requirements View. De BTV beschrijft de semantiek van de informatieentiteiten, de verschillende stappen in de samenwerking tussen verschillende partnertypes, de momenten waarop alsook de rollen waartussen de uitwisseling van informatie gebeurt.
De resultaten van de Business Transaction View zijn:
- Choreography
- Interaction
- Information
UMM top-down benadering
De UMM volgt een top-down benadering voor het opstellen van een Business Operational View. De UMM Gebruikers Handleiding kent 3 werkgebieden (work areas) die corresponderen met de eerste drie perspectieven. Voor elk van de werkgebieden worden business proces en informatie analyse worksheets en procedures aangereikt als hulpmiddel voor het vergaren van de vereiste informatie. De procedures binnen elk werkgebied beschrijven hoe de worksheets ingevuld kunnen worden.
Voor het opstellen van Business Requirements Specifications wordt gebruik gemaakt van de UN/CEFACT Modeling Methodology en van de Core Components Technical Specification. De Business Requirements Specification (BRS) is het document waarmee de eisen gesteld aan een bedrijfsproces, een uitgebreide beschrijving en informatiemodel van het bedrijfsdomein wordt vastgelegd. Daarvoor gebeurt volgens de aanpak gedefinieerd voor de eerste drie werkgebieden van de BOV. De Core Components Technical Specification beschrijft de aanpak voor het opstellen van het informatiemodel voor het betreffende bedrijfsdomein.
Voor het vierde perspectief van de BOV is geen werkgebied gedefinieerd in de UMM Gebruikers Handleiding omdat deze volgt uit de resultaten van de opeenvolgende werkgebieden.
Last update: 26-11-2011
No comments:
Post a Comment